< >
Hofjes en Poortjes
Gouda heeft een aantal prachtige hofjes. Tussen 1449 en 1701 zijn in Gouda ongeveer 25 hofjes geregistreerd, de meeste aan de Nieuwehaven. Hofjes zijn vaak gesticht uit liefdadigheid door rijke stadsgenoten waar vroeger arme of zieken mensen mochten wonen of werden verzorgd en meestal gebouwd rondom een van buitenaf te bereiken tuin. Slechts twee, het Swanenburgshofje aan de Groeneweg en het Cincqhofje aan de Nieuwehaven zijn in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven en zijn voor het publiek toegankelijk. Van diverse hofjes zijn alleen de gevel, poortje of gevelstenen terug te vinden. Foto's daarvan staan onder het kopje Overig. Uitgebreide informatie over de Goudse hofjes is te vinden op de site DBNL Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. |
HOFJE VAN CINCQ
Het Hofje van Cincq is een hofje van barmhartigheid gesticht in 1700 aan de Nieuwehaven. De advocaat mr. Cornelis Cincq overleed in 1698. Een kwart van zijn nalatenschap schonk hij aan de gereformeerde diaconie tot het aanbouwen en opsigten van eenige huisjes, om door arme menschen om niet te worden gewoond. Het hofje met twaalf woningen werd aangelegd aan de noordzijde van de Nieuwehaven. De Goudse schilder Arent Lepelaer (1655-1732) maakte onder meer het wapen van Cincq boven de poort. Boven deze poort bevond zich de regentenkamer. Nu is het één van de weinige hofjes waar geen enkel huisje van is gesloopt. In de jaren zeventig van de 20e eeuw werden de woningen in het hofje verkocht aan particulieren. Onder toezicht van rijksmonumentenzorg werden de woningen door hen gerestaureerd. |
|
HOFJE VAN LETMAET
Het hofje is gesticht door Christina Gijsberts, weduwe van mr. Floris Letmaet. Ze voerde hiermee het testament uit van haar zoon Harman Letmaet, die haar zijn vermogen naliet met als eis dat ze een deel van het kapitaal zou gebruiken voor een liefdadig doel. Christina kocht hiervoor een stukje grond achter het nu nog aanwezige poortgebouwtje, dat ze er later bij kocht. Op deze grond werden acht huisjes gebouwd. De huisjes kwamen in 1616 gereed, maar de poort met de gedenksteen, gemaakt door Gregorius Cool volgde pas tien jaar later. Dit was een jaar na de dood van Christina in 1625. Het poortgebouw werd in 1974 gerestaureerd, in tegenstelling tot de huisjes erachter die in december van het jaar daarvoor waren gesloopt. De tuin van dit hofje is aangelegd in 1975. |
|
HOFJE VAN JONGKIND
Het Hofje van Jongkind of Fondatie Adriaan Jongkind, is een voormalig hofje van barmhartigheid gesticht in 1702 aan de Zeugstraat. Het Hofje van liefdadigheid bestond uit elf kleine woninkjes voor alleenstaande vrouwen. De heer Adriaan Jongkind, die notaris en procureur in het dagelijks leven was, had in zijn testament laten vastleggen dat een dergelijke " zorginstelling " na zijn dood gebouwd zou moeten worden ten behoeve van armlastige weduwen en andere alleenstaande vrouwen. Om in aanmerking te komen voor een woninkje, moest men wel lid zijn van de hervormde gemeente. Nadat in 1959 de laatste bewoonster het Hofje verliet, kregen de huurwoningen aan de straatzijde een winkelbestemming. Daarna zijn deze woningen niet meer te bezichtigen geweest. Het poortje is bewaard gebleven en werd in 1988 verplaatst naar de Vrouwesteeg. Daar vormt het de toegang tot de tuin van Turfmarkt 32 van het voormalige Verzetsmuseum. In 2016 werd het pand aan de Zeugstraat gerestaureerd en in twee delen opgesplitst. Links is een horeca gelegenheid geopend met de naam Hofje van Jongkind. Het poortje is een Rijksmonument. Het pand aan de Zeugstraat een Gemeentelijk monument. |
|
SWANENBURGHSHOFJE
In 1692 werd uit de nalatenschap van Elisabeth Nathans Bars een hofje van barmhartigheid gesticht aan de Groeneweg te Gouda. Uit de opbrengst van de verkoop van haar goederen is een erf gekocht waarop 12 huisjes werden gebouwd en kreeg de naam Swanenburghshofje vernoemd naar haar man: de houthandelaar Noach Cornelisz Zwanenburgh. De woningen waren bestemd voor oude, eerlijke vrijsters of weduwen. Het hofje werd gebouwd aan de Spieringstraat in Gouda op een deel van het zogenaamde Verbrande Erf. In 1931 is de ingang van het hofje verplaatst van de Spieringstraat naar de Groeneweg. De steen op het toegangspoortje draagt een steen, die voorzien is, zo had de weduwe Swanenburgh bepaald, van hetzelfde wapen als van de steen op het graf van haar man in de Sint-Janskerk van Gouda. In 1980 werd het hofje gerestaureerd. Het complex werd na de restauratie door de diaconie verhuurd aan de Stichting Christelijke Hulpverlening, 't Swanenburghs Hofje. Deze stichting gebruikt de 10 overgebleven woningen voor mensen met maatschappelijke- en/of psychosociale problemen. |
|
WILLEM VROESENHUIS
Het Willem Vroesenhuis is een oudemannenhuis in Gouda gesticht door Willem Willemszoon Vroesen den ouden in 1555. Willem Vroesen besloot in 1555 om zijn huis en erf beschikbaar te stellen voor opvang van oude arme mannen in de stad Gouda. En was een van de eerste bejaardenhuizen in Nederland voor mannen op leeftijd. Het fries boven de toegangsdeur werd in 1614 vervaardigd. Op de afbeelding zijn drie regenten te zien, die zich bekommeren om het lot van vijf oude mannen. De spreuken "Spartam-Nacti" en "tempora-labuntur" resp. "Sparta bereikt of verworven" en "de tijd verglijdt" staan symbool voor de functie van het gebouw. Het Willem Vroesenhuis heeft eeuwenlang de functie als "oudemannenhuis" vervuld. Pas in 1977 verliet de laatste oudemannenhuisbewoner het monumentale pand. Na veel discussie en tal van protesten tegen nieuwbouwplannen werd besloten om het complex te renoveren en in te delen in moderne wooneenheden. Van de oude indeling is nagenoeg niets over. Nu bestaat het complex uit 13 woningen en 5 wooneenheden. De binnentuin is beperkt toegankelijk. |
|
poortjes
Lazaruspoortje & Poortje van het voormalige Sint Elizabeth Gasthuis
Van 1609 tot 1940 was het Lazaruspoortje de toegang tot het Goudse leprozen- of lazaruserf achter het Proveniershuis aan de Hoge Gouwe. Het poortje zelf stond aan het Rotterdamse Veer (sinds 1960 Nonnenwater geheten). Aanvankelijk stond het leprozenhuis aan de Wachtelstraat. In 1579 werd het voormalige Sint-Mariaconvent aan de Gouwe, binnen de stadsmuren, bestemd voor de opvang van melaatsen. In 1652 was er nog maar één zieke en was het leprooshuis al steeds meer een bejaardentehuis geworden. Het poortje werd in 1940 afgebroken vanwege de uitbreiding van het gemeentelijk energiebedrijf. In 1965 werd het herbouwd op de huidige plaats aan Achter de Kerk. Het vormt thans de toegang tot de tuin van Museum Gouda en het Catharina Gasthuis.
De achterkant van de bekende Lazaruspoort in Gouda is de poort van het voormalige Sint Elisabeth Gasthuis (1481) aan de Spieringstraat. De poort is eind van de 16e eeuw verplaatst naar het voormalige Magdalenaklooster aan de Kleiweg. Het bood onderdak en bescherming aan ‘nette’ oude vrouwen. Het gebouw werd in 1938 afgebroken. Er kwam een warenhuis voor in de plaats Raming geheten en later kwam de VD op die locatie, tegenwoordig is er de Sting in gevestigd. De markante ingang bleef gespaard en werd aan de Lazaruspoort verbonden. |
|